- De arbeidsmarkt is in het derde kwartaal iets minder krap geworden, omdat het aantal vacatures met 5.000 is gedaald.
- Met 106 vacatures per 100 werklozen blijft de spanning op de arbeidsmarkt echter nog steeds hoog.
- De sectoren met een dalend aantal openstaande vacatures zijn onder andere de vervoer en opslag, de bouw en de financiële dienstverlening.
- Lees ook: Ruim helft werkgevers verwacht tekort aan personeel, maar slechts 7% denkt dat het probleem niet valt op te lossen
Het aantal vacatures is in het derde kwartaal van 2024 met 5.000 afgenomen en het aantal werklozen met 4.000 toegenomen. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De arbeidsmarkt is hierdoor iets minder krap geworden.
Aan het einde van het derde kwartaal van 2024 stonden er 397.000 vacatures open. Het aantal vacatures daalt nu al ruim twee jaar vrijwel onafgebroken, maar met 106 vacatures per 100 werklozen is de spanning op de arbeidsmarkt nog steeds hoog. Op het recente hoogtepunt van de krappe arbeidsmarkt stonden er 142 vacatures open tegenover 100 werklozen.
De sectoren met een toenemend aantal openstaande vacatures zijn de handel, de horeca, de verhuur en handel van onroerend goed, en de industrie.
In onder andere de vervoer en opslag, de bouw en de financiële dienstverlening nam het aantal vacatures juist af, zo is te zien in de onderstaande grafiek van het CBS.
Werkloosheid neemt licht toe
Het aantal werklozen nam in het derde kwartaal toe met 4.000 tot 374.000, ofwel 3,7 procent van de beroepsbevolking. Hiermee is het werkloosheidspercentage 0,1 procent hoger dan een kwartaal eerder.
Sinds het eerste kwartaal van 2024 is de werkloosheid onder jongeren toegenomen. In het afgelopen kwartaal steeg het percentage werkloze jongeren van 8,6 naar 8,8 procent. Voor de leeftijdsgroepen van 25 tot 45 jaar en van 45 tot 75 jaar bleef de werkloosheid stabiel, met percentages van respectievelijk 3,0 en 2,1 procent.
De toename van de werkloosheid in het derde kwartaal van 2024 is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking. Aan de ene kant kwamen er werklozen bij doordat mensen die niet tot de beroepsbevolking werden gerekend op zoek gingen naar werk. Zij worden nu als werkloos aangemerkt.
Deze instroom was beduidend groter dan de uitstroom in omgekeerde richting, van werkloosheid naar de niet-beroepsbevolking. Per saldo leidde dit in het derde kwartaal van 2024 tot een toename van 29.000 werklozen afkomstig uit de niet-beroepsbevolking.
Tegelijkertijd nam de werkloosheid af doordat meer mensen vanuit werkloosheid een baan vonden dan er werkenden hun baan verloren. Hierdoor daalde de werkloosheid in het derde kwartaal met 25.000 personen, wat lager is dan de daling in het voorgaande kwartaal.